Bij het invoeren van een bespuiting kunt u de weersomstandigheden invoeren. Hierbij gaat om de Bewolking, Neerslag , Windsnelheid en Temperatuur. Hier worden standaard waarden ingevuld. Heeft u de module Meteo, dan worden de weersomstandigheden automatisch ingevuld op basis van het gekoppelde weerstation van de teelt. 


Graphical user interface, application, table, Excel

Description automatically generated

 

Graphical user interface, application

Description automatically generated

 

De bewolking is een keuze van ‘Geen bewolking’ tot ‘8/8’ (volledig bewolkt). Regen kunt u weergeven in millimeters neerslag. De windsnelheid in meters per seconde. Hierbij een tabel voor enig houvast.

0 m/s   windstil

1 m/s    zeer zwakke wind

2 m/s   bladeren ritselen en wind is voelbaar in gezicht

3 m/s   matige wind, bladeren bewegen voortdurend aan de bomen

4 m/s   matige wind, wind strekt een wimpel

5 m/s   matige wind, stof en papier dwarrelen op van de grond

6 m/s   matige wind, takken bewegen in de wind

 

De windsnelheid varieert en wordt door meteorologen gemeten als een gemiddelde over een periode van 10 minuten op een hoogte van 10 meter. Op spuitboomhoogte (plusminus 50-75 cm hoogte) waait het veel minder hard dan op de standaardhoogte. Veelal is die snelheid minder dan de helft van windsnelheid in de reguliere weersverwachting. In het activiteitenbesluit staan regels ten aanzien van drift. Daarin is opgenomen dat (in principe) niet gespoten mag worden bij windsnelheden groter dan 5 m/s op spuitboomhoogte.