Stelling: aankoop gebouw van € 100 000 op een termijn van 20 jaar met een afbetaling van € 5 000 per jaar zonder een lening hiervoor aan te gaan.
Economisch gezien zal men jaarlijks 3,00 % fictieve intrest berekenen op het openstaand bedrag:
2012: 100 000 * 3 %
2013: 95 000 * 3 %
2014: 90 000 * 3 %
…
Dit wordt gerekend doordat er gelijkheid zou bestaan op de intresten van investeringen, zodat men alle bedrijven met elkaar kan vergelijken, dat er geen enkel bedrijf bevoordeeld of benadeeld worden (personen met een rijke achtergrond hebben dan geen voordeel meer ten opzichte van andere personen).
Fictieve intrest wordt gerekend over alle investeringen.
Financieel gezien gaat men een lening aan bij de bank voor € 100 000 maar de bank leent dit bedrag maar uit voor 7 jaar. Doordat dit op 7 jaar terugbetaald moet worden ligt de intrest de eerste jaren hoger dan de fictieve intrest in de economische boekhouding, de verdere jaren is dit lager of nihil.
De intrest wordt enkel over de lening bekeken.
Op het einde van de rit heeft men evenveel betaald financieel als economisch.